Tachtig jaar geleden begon met de Duitse invasie in Polen de Tweede Wereldoorlog. In de vroege uren van 1 september 1939 trokken de troepen van het Duitse Rijk de Poolse grens over. Het Poolse leger verzette zich en rekende op de steun van de geallieerden. Op 3 september 1939 verklaarden Engeland en Frankrijk de oorlog, maar ze ondernamen geen militaire actie. Het tragische lot van Polen werd bezegeld op 17 september 1939 toen de Sovjet-Unie vanuit het oosten binnenviel. De aanvallen van het Duitse Rijk en de Sovjet-Unie gebeurden naar aanleiding van het Molotov-Ribbentroppact, ondertekend door beide totalitaire regimes. Dat geheime verdrag verdeelde Centraal-Europa onder de twee grootmachten.
Op 1 september om kwart voor vijf ’s ochtends, begon de uitvoering van het plan Fall Weiss . Dat plan vormde een frontlinie van 1600 kilometer. Het militaire depot bij Westerplatte, dat een week lang door een Pools garnizoen werd verdedigd, werd het symbool van het verzet. Tijdens deze campagne maakten Duitse bevelhebbers gebruik van de zogenaamde “Blitzkrieg“-tactiek. Overweldigd door de vijand (en doordat ze technisch benadeeld waren) werden de Poolse legereenheden al de eerste dagen gedwongen zich terug te trekken. De plannen werden echter, dankzij dapper Pools verzet, niet volledig uitgevoerd.
Het Poolse leger verzette zich dapper tegen de inval. Het grootste obstakel was de Slag bij de Bzura, die tot 22 september duurde. Ondanks de Poolse nederlaag zorgde het ervoor dat het Duitse Rijk de plannen wijzigde en daardoor viel Warschau later dan gepland, op 28 september 1939. De laatste Poolse troepen gaven zich over op 6 oktober 1939, maar sommige verzetten zich nog en namen deel aan acties tegen de Duitse bezetter, onder andere onder leiding van Henryk Dobrzański (ook wel “Hubal” genoemd), die nog tot in 1940 verzet bood met een afsplitsing van het Poolse leger.
Op 17 september 1939 viel een ander buurland Polen binnen – de Sovjet-Unie. Tijdens die aanval waren de Poolse autoriteiten nog in het land en vocht het leger nog tegen het Duitse Rijk. Het Poolse leger raakte ernstig verzwakt door de gelijktijdige inval in het oosten en verloor daardoor in 1939.
Het Duitse Rijk en de Sovjet-Unie wilden beide niet alleen het Poolse grondgebied, maar ook de intelligentsia uit de weg ruimen en langzaam het Poolse volk ten onder brengen. Vele burgers kwamen om tijdens de eerste uren van de Duitse luchtaanvallen. Het Duitse Rijk bracht het plan om de intelligentsia uit te moorden ten uitvoer als onderdeel van de zogenaamde Intelligenzaktion en AB-campagnes (Außerordentliche Befriedungsaktion).
Beide bezetters begonnen met de massale uitroeiing van de Poolse bevolking en gingen hiermee door tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945. De nazi’s brachten ook hun plannen om de Joodse bevolking uit te roeien ten uitvoer. In tegenstelling tot in West-Europa werd het helpen van Joden in Polen met de dood bestraft.
In het gebied dat bezet was door de Sovjet-Unie werden Polen massaal gevangengezet en gedeporteerd. Ze werden ingezet onder verschrikkelijke levensomstandigheden als dwangarbeiders, uitgehongerd en voortdurend bedreigd door criminele gevangenen.
Polen bleef zich in eigen land en in het buitenland verzetten tegen de bezetting, ondanks de nederlaag van 1939.
In Polen bevond zich de grootste ondergrondse staat van heel bezet Europa. Die omvatte onder andere onafhankelijke bewapende groepen, een parlement, justitie en geheime scholing. Het Poolse leger leefde ook op in Frankrijk en Engeland, waar Poolse troepen aan alle Europese en Afrikaanse fronten vochten. In de Sovjet-Unie werden Poolse troepen pas ingezet na de aanval van het Duitse Rijk op de Sovjet-Unie op 22 juni 1941 en na het ondertekenen van het Sikorski-Mayski-verdrag. De Polen leverden een grote bijdrage aan de geallieerde overwinning en het einde van de Tweede Wereldoorlog, maar toch bracht 1945 geen vrijheid voor Polen. Europa werd verdeeld tijdens de Conferentie van Jalta. Het, door Churchill genoemde, “IJjzeren Gordijn” verdeelde Europa na de Tweede Wereldoorlog en Polen, samen met andere Oost-Europese landen, werd onder het gezag van de Sovjet-Unie geplaatst. Polen werd pas in 1989 weer onafhankelijk.