“Het was bijvoorbeeld keizerlijk-koninklijk én het was keizerlijk én koninklijk; […]. Schriftelijk noemde het zichzelf de Oostenrijks-Hongaarse Monarchie en mondeling liet het zich met Oostenrijk aanspreken; met een naam dus die het met een plechtige staatseed had afgezworen maar in alle gevoelskwesties handhaafde, ten teken dat gevoelens net zo belangrijk zijn als staatsrecht en voorschriften nog geen echte levensernst betekenen.” Deze passage uit De man zonder eigenschappen van Robert MUSIL toont op welke punten de inwoners van de gebieden van het oude Habsburgse Rijk tevergeefs trachtten te zoeken naar hun identiteit. Zelfs al werden Duitsers, Kroaten, Hongaren, Italianen, Joden, Polen, Romani, Roemenen, Rutheenen, Slowaken, Slovenen en Tsjechen verzameld onder één kroon en vorst, toch was er geen sprake van eenheid. Deze asymmetrie kan ook worden teruggevonden in de boeken van Franz KAFKA, Stefan ZWEIG en Andrzej Kuśniewicz, of meer recent in het werk van pakweg Atila BARTIS of Arno GEIGER. De spanningen tussen humor en melancholie, grandeur en kleingeestigheid, nostalgie en vergetelheid, en tussen de wet en het individu komen ook tijdens de Koude Oorlog weer de kop opsteken. Dit leidt tot enkele vragen: “Waant de geest van het Habsburgse Rijk doorheen Centraal-Europa?”, “Bestaat er een literatuur van het Ijzeren Gordijn?”. Op dit soort vragen zal er op woensdag 12 december dieper worden ingegaan tijdens een ontmoeting met drie auteurs uit Centraal-Europa: de Poolse Jacek DEHNEL, Jaroslav RUDIS van Tsjechië, en een nog te bevestigen Slowaakse schrijver.
Deze discussie maakt deel uit van het culturele programma voor het Oostenrijkse voorzitterschap van de EU en is meer specifiek georganiseerd binnen het kader van de tentoonstelling Beyond Klimt, die in het Paleis voor de Schone Kunsten plaatsvindt van 21 september 2018 tot 20 januari 2019.
PRAKTISCHE INFORMATIE
>>> Paleis voor de Schone Kunsten BOZAR (Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel) zie kaart
>>> woensdag 12 december 2018 – 20u